Het wegvallen van de grenzen op grond van het Verdrag van Maastricht heeft sinds 1992 een belangrijke bedrage geleverd aan het vrij verkeer van werknemers en dienstverlening alsook voor grensarbeid. Dat geldt eveneens voor het grensoverschrijdend verkeer tussen Nederland, Duitsland en België. Onder andere het verschil in fiscale behandeling, het socialezekerheidsstelsel alsmede de woning- en arbeidsmarkt doen inwoners van voornoemde lidstaten van de Europese Unie besluiten om te verhuizen – lees: emigreren – dan wel een baan te vinden aan de andere kant van de grens.
Echter, bij grensoverschrijdend verkeer komt men in aanraking met ten minste twee stelsels op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en arbeidsrecht en dit zou zonder regels uit Brussel een belemmering kunnen zijn voor de werknemer. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat soms beide stelsels of juist geen enkel stelsel van toepassing is. Om bijvoorbeeld het dubbel betalen van belasting te voorkomen, hebben de voornoemde landen bilaterale belastingverdragen met elkaar afgesloten.
Komt het onverhoopt tot een arbeidsgeschil dan zal op grond van de Europese bevoegdheidsregels moeten worden vastgesteld welke rechter bevoegd is en vervolgens komt de vraag aan de orde welke recht moet worden toegepast?
Bijvoorbeeld: ik woon met mijn gezin in Duitsland en ga werken in Nederland. Wat gebeurt er als ik:
Niet alleen voor de werknemers maar ook voor de werkgever is het van belang dat hij goed is geïnformeerd over de coördinerende regels van de Europese Verordening 883/2004. Met name wanneer de werkgever wordt geconfronteerd met een zieke grensarbeider of in het geval dat er een dringende en/of gewichtige reden aanwezig is om de werknemer te ontslaan.
Voor een antwoord op bovenstaande vragen en andere vragen met betrekking tot grensoverschrijdende arbeid, kunt u zich wenden tot mr F. Aarts, arbeidsjurist gespecialiseerd in grensoverschrijdend arbeidsrecht.